Schil de aardappels, was ze goed en rasp ze grof. Pel de ui en het knoflook en snijd ze heel fijn. Was de pepers en snijd ze in smalle ringetjes.
Breek de eieren in een schaal en klop ze los. Voeg de geraspte aardappel, de ui, het knoflook, de selderij en peper en zout naar smaak toe. Alles goed doormengen.
Verhit 1 eetlepel olie in een grote koekenpan en schep er 3 bergjes van het aardappelbeslag in. Laat de aardappelkoekjes op niet te hoog vuur gaar en goudbruin bakken. Als de ene kant mooi goudbruin is, de koekjes omdraaien en de andere kant bakken.
Op deze manier het gehele beslag opbakken.
Deze aardappelkoekjes zijn warm het lekkerst. Houd daarom de al gebakken koekjes warm terwijl je de rest van het beslag aan het bakken bent.